Door: Claire Smulders
De pot met goud die de Spanjaarden in de 16de eeuw op het terrein zouden hebben begraven heeft Paul Ulenbelt nooit gevonden, maar dat deert hem niet; hij woont op een prachtige plek in onze wijk Cronestein, een huis boordevol historie en verhalen. Paul is namelijk één van de bewoners van de voormalige buitenplaats “Ma Retraite” aan de Zoeterwoudseweg. Hij woont er al sinds het huis helemaal is opgeknapt in 1986 en weet heel veel van de geschiedenis van het huis en het terrein eromheen.
Hoewel het huis een beetje verscholen gaat achter bomen en wat lage begroeiing valt het pand op. In een omgeving waar de rest van de bebouwing veel recenter is neergezet en waar nogal wat bedrijven zijn gevestigd, is “Ma Retraite” een bijzonder huis dat de nieuwsgierigheid opwekt bij veel mensen die er voorbij komen. Het huis trok dan ook veel belangstelling toen het te bezoeken was tijdens Open Monumentendag in 2017.
Ik was ook benieuwd naar het huis en had met Paul afgesproken om het huis te bezichtigen. Paul had mij voor mijn komst al wat links naar interessante websites gestuurd zodat ik al wat kon lezen over het huis. Met name de website van erfgoed Leiden en Omstreken is een heel handige site als je wat over de geschiedenis van Leiden wil weten. Ik las daar bijvoorbeeld dat de geschreven geschiedenis van het huis omstreeks het begin van de zeventiende eeuw begint. Paul heeft een aantal vroege plattegronden van Leiden en Zoeterwoude in zijn huis hangen waarop inderdaad het huis en een molen aan de Zoeterwoudseweg staan opgetekend.
1606-1920
In de zeventiende en een groot gedeelte van de achttiende eeuw stond er dus een molenaarswoning op het terrein en werden er met behulp van de molen, wollen, lakense stoffen bewerkt. Op een gegeven moment veranderde dat: de molen werd omgebouwd en diende vervolgens als houtzaagmolen en de molenaarswoning werd verbouwd tot herenhuis. Bovendien werden er woninkjes voor de knechten bijgebouwd. In de negentiende eeuw begon men een stoomhoutzagerij waardoor de molen geheel overbodig werd en die werd dan ook van de hand gedaan. De molen verhuisde in 1872 naar ‘t Zand in Noord-Holland waar het nu een museumfunctie heeft.
1920-1986
Tot 1920 lag het terrein aan de Zoeterwoudseweg op het grondgebied van Zoeterwoude. In 1920 breidde de stad Leiden echter uit en kwam het stuk grond met het huis in Leiden te liggen. De Erfgoed Leiden-website geeft nog wel wat informatie over het huis na 1920 maar dat is erg summier. Zo staat er dat tot 1976 houthandel plaats vond en dat er in dat jaar een jachtwerf kwam. Ook wordt “Ma Retraite” als onderduikadres tijdens de Tweede Wereldoorlog genoemd. Over dat laatste wilde ik wel wat meer weten.
Ik ben gaan zoeken op de Erfgoed Leiden-site en in eerste instantie lukte het niet om iets te vinden totdat ik me realiseerde dat het huis verschillende keren van naam is veranderd. Het huis heeft namelijk de namen “Hout- en Rijnlust”, “Veelzicht”, en tenslotte “Ma Retraite” gehad. Toen ik onder “Veelzicht” zocht kwam ik verscheidene berichten in oude kranten tegen waarin het huis vermeld wordt. Blijkbaar werden er tijdens de Eerste Wereldoorlog Belgische vluchtelingen opgevangen in “Veelzicht”; op een gegeven moment verbleven er wel 52 vluchtelingen. Wat de Tweede Wereldoorlog betreft: de familie Schermer Voest woonde in die tijd in “Ma Retraite” en Fien Schermer Voest werkte voor het Nationaal Steunfonds. Dit fonds was een landelijke illegale organisatie die vooral bekend is geworden vanwege de omvangrijke financiële steunverlening aan tal van illegale organisaties. Fien beheerde thuis de administratie van alle uitbetaalde lonen van het ondergedoken stakend personeel van o.a. de Nederlandse Spoorwegen.
Laatste grote verbouwing van het huis
In 1986 werd de woning gekocht door een groep van zes mensen, waarvan Paul er één was, die het huis gezamenlijk hebben opgeknapt en verbouwd. De gemeente gaf het pand tegelijkertijd de status van monument omdat het gebouw kenmerkend was voor de bouw buiten de singels. De buitenkant van het huis moest daarom wel aan bepaalde voorwaarden voldoen: de kozijnen aan de buitenkant bijvoorbeeld moesten groen geverfd en de ramen wit; binnen de singels was de kleurstelling net andersom. Waar het huis eerst bestond uit de woning van de directeur, een keuken, een stal en een zestal arbeiderswoningen, werden er acht appartementen gerealiseerd. Grote ingrepen waren dat de voormalige keuken en stal bewoonbaar werden gemaakt en dat de zes arbeiderswoningen werden samengevoegd tot drie appartementen.
Details
Tijdens de verbouwing vonden de bewoners allerlei oude kleine voorwerpen in de grond. Paul heeft een paar vitrines met voorwerpen zoals pijpenkoppen en stukjes van tegels en dergelijke ingericht. Verder kwamen sommige eerder weggewerkte onderdelen van het huis, zoals de mooie plafondbalken, te voorschijn. Andere delen kregen een nieuwe functie: de hokjes achter het huis waar vroeger de wc’s waren, zijn nu in gebruik als rommelhokjes. En weer andere delen moesten aangevuld worden: van het toegangshek waar de naam ‘Veelzicht’ in was verwerkt, was alleen het linker deel, met het woord “Veel”, nog bewaard gebleven. De bewoners hebben het rechter deel helemaal in stijl laten namaken zodat het weer een volwaardig hek staat met de hele naam ”Veelzicht”.
Het huis is prachtig opgeknapt; veel oude kenmerken zijn bewaard gebleven en tegelijkertijd is het aan de moderne tijd aangepast. Bovendien is er nog een prachtige gezamenlijke tuin en toegang tot de Vliet. Als het huis nog een keer meedoet met Open Monumentendag, raad ik ook zeker aan om het te bezoeken.
Bronnen:
Paul Ulenbelt
© 2024